Een van onze taalcoaches heeft vroeger op een taleninstituut gewerkt waar men een hulpmiddel gebruikte bij het leren van een vreemde taal dat volgens haar zeer nuttig zou zijn voor onze studenten.
Dit hulpmiddel is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. In het kort: talen worden gesproken op verschillende frequenties. De trilhaartjes in je binnenoor vangen die frequenties op en passen zich eraan aan. Dit doen ze door enigszins van stand te veranderen. Naarmate die trilhaartjes zich aan een nieuwe taal aanpassen kan de ‘bezitter van het oor’ de subtiliteiten in de klanken van die taal beter onderscheiden en daardoor zelf beter reproduceren. Ze zullen het makkelijker gaan vinden om ons te verstaan en ze zullen zichzelf verstaanbaarder uit kunnen drukken. Het proces is puur fysiek. Het hulpmiddel dat in het desbetreffende taleninstituut gebruikt werd, bestond dan ook half uit muziekstukken die in de benodigde frequentie waren gezet. De andere helft was gesproken tekst in de te leren taal zelf.
Dit betekent dat als onze studenten CD’s met voorgelezen boeken uit de bibliotheek zouden halen en hiernaar luisteren – liefst via een koptelefoon – dit hen enorm kan helpen bij het leren van de Nederlandse taal. (Radio en TV kunnen natuurlijk ook, maar luister-CD’s zullen het meest effectief zijn.) Ze moeten er wel rekening mee houden dat die trilhaartjes, logischerwijs, niet meteen in de houding zullen springen. Dit proces duurt enkele maanden, en ze moeten zo vaak mogelijk die koptelefoon op. Maar het kan desnoods ’s nachts tijdens de slaap. Het proces is puur fysiek, ze hoeven nergens hun aandacht bij te houden.